Verkeerd stemgebruik of een aandoening aan de stembanden veroorzaken stemklachten. Het stemgeluid wijkt af qua klank (hees-, schorheid), omvang (laag en hoog) en volume. De stemstoornis kan een lichamelijke oorzaak hebben, bijvoorbeeld knobbeltjes op de stemband, mondademen, aandoening van de luchtwegen en/of onvoldoende werking van het zachte gehemelte.
Maar een stemstoornis kan ook een gevolg zijn van verkeerd stemgebruik, bijvoorbeeld verkeerd roepen/ gillen/schreeuwen, gekke stemmen nadoen, te hoog of te hard spreken/zingen, overmatig kuchen/keelschrapen.
Wat doet de logopedist?
In eerste instantie wordt er aandacht besteed aan het sparen van de stem. Dit heeft al snel een vervolg nodig. Kinderen spelen, fantaseren en maken daarbij soms veel geluid. Dit kun je niet tegenhouden en dat hoeft ook niet. Wel kun je een kind leren op wat voor manier het stemgeluid kan maken. Wij kunnen het kind trainen om de juiste spieren te gebruiken bij spreken, zingen en roepen. Vaak vermindert daarna de heesheid en blijft de stem langer goed. De logopedist gaat ook na of het kind voldoende kan horen. Als een kind niet goed hoort zal het steeds te luid spreken. Dit kan de stem ook overbelasten. Mocht de logopedist meer informatie nodig hebben over de stemstoornis en eventueel het gehoor dan zal er een aanvraag voor een verwijzing naar de KNO-arts worden gedaan.